Giftige en gevaarlijke planten voor onze paarden

In het decembernummer van ons magazine verscheen een artikel van Jeroen Mayer over planten, bomen en struiken die gevaarlijk voor paarden zijn. Omdat het voor een goed begrip wel zo duidelijk is dat je de kleuren van de bloemen en bladeren kent, staat hieronder de lijst met planten.

Aardappel (Solanum tubersum)

De aardappel bevat de gifstoffen solanidine en alkaloïden. Deze gifstoffen komen voor in groene knollen en knollen met uitlopers, maar vooral beschimmelde knollen bevatten veel alkaloïden. Verder bevinden de alkaloïden zich zowel in de scheuten, de zaden, de kiemen en de groene bladeren. Symptomen die optreden bij het paard zijn diarree, soms ook koliek. Later kan er afbraak optreden van de rode bloedcellen, grote opwinding gevolgd door depressie en in enkele gevallen een hartstilstand.

Acaciaboom

Deze plant lijkt op de Gouden regen, maar heeft witte bloemen en doornen op de takken. Vooral de schors bevat een hoog gehalte van de gifstof robine. Paarden zijn heel gevoelig voor de schors van de acacia. Symptomen die optreden zijn koliek met sterk zweten, opwinding gevolgd door depressie met spierzwakte en verlammingen, later hartfalen.

Adelaarsvaren (Pterium aquilinum)

De Adelaarsvaren groeit in het bos, meestal als begroeiing onder de bomen. Vergiftiging bij het paard door het eten ervan komt maar zelden voor, maar kan voorkomen als een paard biohooi te eten krijgt. Adelaarsvaren bevat het gif thiaminase wat er voor zorgt dat vitamine B1 van het paard wordt afgebroken. De symptomen die hierbij optreden zijn verlammingen en spiertrillingen. De behandeling van het paard bestaat uit toedienen van vitamine B1.

(Akker)paardenstaart of heermoes

Vergiftiging komt zelden voor, maar kan optreden na het eten van verontreinigd hooi. Het paard is hiervoor gevoelig. Symptomen die optreden zijn slaperigheid en verminderde eetlust, gevolgd door koliek en incoördinatie, en soms overlijden. Behandeling bestaat uit het toedienen van vitamine B1.

Basterdklaver

De hele plant is giftig. Het eten hiervan kan zonnebrand, hoefbevangenheid en leverstoornissen veroorzaken. Het paard wordt nerveus en geagiteerd. De huiduitslag (huid ziet rood, wondjes die slecht genezen) kan men met zalf behandelen en het paard op een minder eiwitrijke voeding plaatsen. Het krachtvoer verminderen en met de helft aanvullen met spelt.

Beuk (Fagus sylvaticus)

Beukennoten bevatten de gifstof fagine. De bladeren van de beuk zijn niet zo giftig. Paarden zijn zeer gevoelig voor deze gifstof en de symptomen die optreden zijn onder andere koliek, later vaak gevolgd door evenwichtsstoornissen en slapte in de achterhand.

Bingelkruid (Mercurialis)

Bingelkruid behoort tot het onkruid en groeit onder andere langs graskanten en velden. Oppassen met voeren van gemaaid bermgras. Het paard is minder gevoelig voor bingelkruid dan rund en schaap.

Bloembollen

Zowel de bollen als de bladeren van bijna elke bloembolplant, zoals de narcis, tulp, herfsttijloos enz. zijn giftig. Alhoewel paarden deze niet echt zullen opeten, kunnen ze gedroogd in het hooi voorkomen. Symptomen zijn koliek, zweten, verlammingsverschijnselen en sufheid.

Boterbloem

De scherpe en kruipende boterbloemen zijn giftig. Paarden eten zelden deze plant omdat ze zo scherp smaakt. Gedroogd in het hooi is ze niet meer gevaarlijk. Symptomen zijn ontsteking van het mondslijmvlies, overmatig speekselvorming, maag- en darmontsteking, bloederige buikloop en nierontsteking.

Eik (Querus robur)

Zowel het blad als de eikel zijn giftig voor het paard en vergiftiging komt dan ook af en toe voor. De eik bevat de gifstof tannine. Symptomen die optreden bij paarden zijn lusteloosheid, anorexie, wondjes in de mond, constipatie, soms gevolgd door diarree. Later kan er bloederige urine voorkomen en ataxie (onregelmatigheid van functies/bewegen/stoornis in zenuwstelsel). Vergiftiging met eikels kan leiden tot de dood.

Gouden regen (Cysticus laburnum)

Na de taxus is dit de meest giftige sierstruik. Vooral de bloemen en de zaden bevatten de gifstof cystisine. Dit veroorzaakt koliek, opwinding, incoördinatie, vervolgens verlamming en ademhalingsdepressie met de dood tot gevolg. Typisch voor paarden die van deze plant hebben gegeten is dat ze zeer sterk gaan zweten. Er is geen behandeling mogelijk.

Jacobskruiskruid (Senecio spp)

Jacobskruiskruid groeit in veel weilanden. De zaadjes van de plant kunnen kilometers ver met de lucht worden verspreid. Normaal gezien eten paarden niet van deze plant in het weiland, tenzij bij schaarste. Maar, gedroogd in het hooi , herkennen paarden herkennen de plant niet meer en eten ze deze wel op! De gifstoffen uit Jacobskruiskruid worden opgestapeld in de lever. De symptomen van de vergiftiging zijn nogal vaag en omvatten onder andere spierzwakte, kolieken, excitatie (opwinding), gevolgd door slaperigheid en moeilijke gang, vermagering en anorexie. Ook kan zonnebrand optreden. Er bestaat geen tegengif! De behandeling bestaat uit het vermijden dat het paard nogmaals in contact kan komen met deze plant en het geven van ontstekingsremmers (cortico’s) om bijkomende leverbeschadiging tegen te gaan.

Sint – Janskruid (Hypericum perforatum)

Sint – Janskruid lijkt uiterlijk sterk op Jacobkruiskruid, maar als je goed kijkt zie je dat Sint – Janskruid grote stampertjes heeft naast de bloemen en Jacobskruiskruid niet.
De gifstoffen van Sint – Janskruid stapelen op in de bloedbaan van het paard en geven vooral problemen wanneer het paard in de zon staat. De huid wordt rood, gezwollen en later kan de huid zelfs afsterven en gaan vervellen.
De behandeling bestaat eruit het paard binnen te houden en te voorkomen dat hij nog meer van deze plant kan opeten.

Monnikskap

Dit is een vaste plant met diep paarsblauwe bloemen. Na de bloei is de plant het giftigst. Een portie van 300 à 400 gram is dodelijk voor een paard. Symptomen zijn spiertrekkingen, overvloedige speekselvorming, koliek, verwijde pupillen, vertraagde hartslag, vertraagde ademhaling en verlamming. Behandeling bestaat uit het spoelen van de maag.

Oleander

Komt bij ons in Nederland alleen voor als sierplant, maar is even giftig als taxus!

Palmboom (Buxus sempervirens)

Alle delen zijn giftig, maar vooral de bladeren en de takken. Voor een paard kan 750 gram al dodelijk zijn! Buxus bevat de giftige stof buxine, wat zorgt voor krampen en koliek, opwinding gevolgd door depressie en later stoppen van de ademhaling.

Rhododendron

De bladeren en de stengels zijn giftig. Symptomen die optreden zijn speekselen, diarree, spierzwakte, spiertrillingen en ademhalingsdepressie.

Venijnboom (Taxus baccata)

Zowel de bladeren, de stelen als de bessen van deze plant zijn extreem giftig voor het paard. Taxus bevat de gifstof taxine, wat er voor zorgt dat de hartgeleiding (de pompende werking van het hart) verminderd en waardoor de hartslag steeds trager wordt met uiteindelijk de dood tot gevolg. Ook vermindert de ademhaling waardoor het paard in zuurstofnood komt. Vergiftiging gaat zeer snel en 200 gram bladeren is al voldoende!

Vingerhoedskruid

Een plant met klokvormige lila bloemen. Alles van deze plant is giftig. Ook gedroogd in het hooi blijft deze plant giftig. Dodelijke dosis is al 100 à 200 gram bladeren. Symptomen zijn een vertraagde hartslag. Een hartstilstand zal uiteindelijk tot de dood leiden.

Waterscheerling

Een hoge plant met holle stelen en witte bloemschermen. Alle plantdelen zijn giftig en zelfs in kleine hoeveelheden ingenomen is waterscheering al dodelijk. Het veroorzaakt krampen, het paard wordt onrustig, schuimbekt, knarst met de tanden en neusgaten en pupillen verwijden zich. Uiteindelijk raakt het paard bewusteloos en sterft. Een behandeling is niet mogelijk.

Deze opsomming van giftige planten voor paarden is zeker nog niet volledig. Om ze allemaal individueel te bespreken gaat voor deze publicatie wat ver. Ook het beperken tot planten die voor kunnen komen in een weiland is, in een dicht bevolkte samenleving als de onze, als selectie niet geheel juist.

Ongevaarlijk zijn:

Distels en brandnetels. Zij hebben een reinigende werking en helpen bij het verliezen van de wintervacht van het paard. De meeste paarden eten er overigens niet van, ezels en muildieren (kruising paard/ezel) wel. Bomen die wel geschikt zijn in en rond de paardenweide: appelboom, berk, den, els, es, fluweelboom, hazelaar, iep, tamme kastanje, lijsterbes, linde, lork of Lariks, meidoorn, plataan, populier, slangeden, koreaanse spar, trompetboom en wilg.

 

Doornse Rij en Jacht Vereniging Arrêche | opgericht 26 april 1961