Reglementen

Zowel voor de verschillende disciplines als voor het wedstrijdtenue gelden bepaalde reglementen. De verschillende reglementen hebben betrekking op:

Kledingreglementen FNRS tijdens diploma rijden

  1. Veiligheidshelm (CE-EN 1384 goedgekeurd)

    EN
  2. Manegesweater/bodywarmer of een effen sweater of een witte blouse met lange mouw
  3. Rijbroek
  4. Rijlaarzen of chaps (zonder franje)
  5. Handschoenen zijn niet verplicht maar als je ze draagt moeten ze wit zijn

    OF
  6. Rijjasje met plastron en witte handschoenen
  7. Witte rijbroek
  8. Rijlaarzen of chaps (zonder franje)

N.B. Als een rijjasje gedragen wordt betekent dit dus dat je een volledig wedstrijd tenue moet dragen.


Wedstrijdreglement dressuur

Inschrijven:
Iedere ruiter kan zich inschrijven voor de dressuurwedstrijden op de inschrijflijsten die op het Arrêche activiteitenbord worden opgehangen. Op deze lijst staan de klassen aangegeven waarin de ruiter mag rijden.
Inschrijven dient te gebeuren vóór de op de inschrijflijst aangegeven uiterste inschrijfdatum.
Enkele dagen na de uiterste inschrijfdatum zal een voorlopige startlijst worden gepubliceerd. Op deze startlijst staat vermeld welke ruiter op welk paard rijdt en in welke klasse.

Indeling:
Ruiters die zich voor een 1e keer inschrijven voor een dressuurwedstrijd worden door de wedstrijdorganisatie in overleg met de instructeurs ingedeeld in een klasse. Dit zal ten hoogste klasse 6 zijn in verband met de eisen die de FNRS stelt.

Voorbereiding:
Alle te rijden dressuurproeven en de eventuele theorie die benodigd is voor het dressuur- examen staat in het boekje Leer paardrijden met plezier van de FNRS.
Iedere ruiter dient minimaal één uur voor de start van zijn/haar proef aanwezig te zijn op het manegeterrein (zie voorlopige startlijst) en zich direct te melden bij de wedstrijdorganisatie. Hierbij dient afgerekend te worden en dient het ruiterpaspoort afgegeven te worden. Tevens dienen ruiters die een theorie examen moeten afleggen zich hiervoor te melden. Het (eventueel) verkregen startbewijs dient voordat met losrijden begonnen wordt, ingeleverd te worden bij de ringmeester.
De ruiter dient zelf te zorgen voor correcte kleding, zie FNRS kledingreglement, en uitrusting van zijn/haar paard.
De ruiter dient tevens zelf zorg te dragen voor iemand die de te rijden proef voorleest.

Eisen:
Alle ruiters die in de klassen 2, 4, 6 of 10 hun eerste of tweede promotiepunt kunnen behalen dienen een theorie examen af te leggen. Worden er meer dan 3 fouten gemaakt in het theorie examen dan kan de ruiter het examen op dezelfde dag herkansen. Er is een promotiepunt behaald als het aantal protocolpunten 210 punten is of hoger. Bij het behalen van een promotiepunt wordt er een stempel gezet in het ruiterpaspoort.

Promotieregeling:
In de categorie F1 tot en met F8 heb je minimaal 2 promotiepunten nodig om door te stromen, en moet je over als je 5 promotiepunten hebt gehaald. In de categorie F9 tot en met F19 heb je minimaal 3 promotiepunten nodig om door te stromen, en moet je over als je 5 promotiepunten hebt gehaald.

Prijzen:
Er wordt een prijs toegekend aan 1 op de 4 deelnemers.

  1. De prijs kan bestaan uit een ‘oorkonde’, een rozet, een medaille, een beker of enig ander herinneringsobject, dit naar goeddunken van de organisatie. De kleur van de rozet geeft de behaalde klassering aan.

In alle gevallen waarin dit reglement niet voldoet is de wedstrijdleiding bevoegd een besluit te nemen.


Wedstrijdreglement springen

Inschrijven:
Iedere ruiter kan zich inschrijven voor de springwedstrijden op de inschrijflijsten die op het Arrêche activiteitenbord worden opgehangen, mits Manege den Toom hem/haar daarvoor toestemming geeft.
Inschrijven dient te gebeuren vóór de op de inschrijflijst aangegeven uiterste inschrijfdatum. Enkele dagen na de uiterste inschrijfdatum zal een voorlopige startlijst worden gepubliceerd. Op deze startlijst staat vermeld welke ruiter op welk paard rijdt en in welke proef/categorie.

Indeling:
Ruiters die zich voor een 1e keer inschrijven voor een springwedstrijd worden door de wedstrijdorganisatie in overleg met de instructeurs/Manege den Toom ingedeeld in een klasse. Als de ruiter rijdt voor de diplomatie/registraties in het ruiterpaspoort zal gestart moeten worden in klasse C1.

Voorbereiding:
Alle te rijden caprilli proeven en de eventuele theorie die benodigd is voor het theorie examen staat in het boekje Verantwoord Paardrijden van de FNRS. Iedere ruiter dient minimaal één uur voor de start van zijn/haar categorie aanwezig te zijn op het manegeterrein en zich direct te melden bij de wedstrijdorganisatie. Hierbij dient afgerekend te worden en dient het ruiterpaspoort afgegeven te worden. Het (eventueel) verkregen startbewijs dient voordat met losrijden begonnen wordt, ingeleverd te worden bij de ringmeester. De ruiter dient zelf te zorgen voor correcte kleding en uitrusting van zijn/haar paard. De ruiter dient tevens zelf zorg te dragen voor iemand die de te rijden proef voorleest.

Eisen:
Alle ruiters die in de klasse C1 rijden dienen een theorie examen af te leggen. De gemaakte fouten in het theorie examen worden afgetrokken van de behaalde protocolpunten in de caprilli proef. Worden er meer dan 3 fouten gemaakt in het theorie examen, mag het theorie examen opnieuw gedaan worden. Worden er opnieuw meer dan 3 fouten gemaakt dan zal de uitslag van de gehele wedstrijd niet geregistreerd worden.
Er is een promotiepunt behaald als het aantal protocolpunten (indien van toepassing gecorrigeerd met het aantal gemaakte fouten in het theorie examen) 210 punten is of hoger. Bij het behalen van een promotiepunt wordt er een stempel gezet in het ruiterpaspoort.

Promotieregeling:
Er worden twee soorten springwedstrijden georganiseerd, de zogenaamde FNRS wedstrijden, waarbij op 1 dag een caprilliproef en een klassiek parcours moet worden gereden en ‘vrije’ wedstrijden waarbij op 1 dag 2 klassieke parcoursen moeten worden gereden. Alleen de FNRS wedstrijden kunnen geregistreerd worden in het ruiterpaspoort.Iedere ruiter dient een promotiepunt te behalen in een Caprilliproef, alvorens in de klassieke parcoursen op deze hoogte te mogen springen. Zodra de ruiter 8 winstpunten (foutloos parcours is 2 winstpunten, 1 springfout of tijdsoverschrijding is 1 winstpunt) heeft behaald in de klassieke parcoursen mag de volgende Caprilliproef gereden worden. Als de ruiter géén promotiepunt behaald in deze caprilliproef moet er in de klassieke parcoursen gestart worden op de ‘oude’ hoogte totdat er in een volgende caprilliproef wel een promotiepunt is behaald.

Schematisch weergegeven:  
C1 (50-60 cm)   --> geen promotiepunt --> Klassiek 60 cm tot
C1 (50-60 cm)   --> promotiepunt       --> Klassiek 60 cm --> 8 winstpunten --> C2
C2 (60-70 cm) --> geen promotiepunt --> Klassiek 60 cm tot
C2 (60-70 cm) --> promotiepunt  --> Klassiek 70 cm --> 8 winstpunten --> C3
C3 (70-80 cm)  --> geen promotiepunt --> Klassiek 70 cm tot
C3 (70-80 cm) --> promotiepunt  --> Klassiek 80 cm --> 8 winstpunten --> C4
C4 (80-90 cm) --> geen promotiepunt   --> Klassiek 80 cm tot
C4 (80-90 cm) --> promotiepunt     --> Klassiek 90 cm

Prijzen:
Er wordt een prijs toegekend aan 1 op de 4 deelnemers. De prijs kan bestaan uit een ‘oorkonde’, een rozet, een medaille, een beker of enig ander herinneringsobject, dit naar goeddunken van de organisatie. De kleur van de rozet geeft de behaalde klassering aan.

In alle gevallen waarin dit reglement niet voldoet is de wedstrijdleiding bevoegd een besluit te nemen.

Doornse Rij en Jacht Vereniging ArrĂȘche | opgericht 26 april 1961